Lage Mierde


Langs de weg van Hilvarenbeek naar Lage-Mierde treft men bij de entrče van het dorp een ca. vijf meter breed water aan, “De Vest” genaamd. Het maakt de indruk een afgesneden rivierarm te zijn. In feite is het het laatst overgebleven deel van een gracht, die een thans geheel verdwenen pastorie omgaf. Dit gebouw zou ooit een klooster van de Tempelridders zijn gweest.

Deze oude pastorie (klooster?) stamde van vňňr de Hervorming. Ze werd later vervangen door een nieuw gebouw. Daarvan werd gezegd, dat het schilderachtig gelegen was binnen zijn gracht, met een fraaie tuin en een statige oprijlaan. Rond 1905 werd het afgebroken. Later werd over het betrokken terrein een weg aangelegd. Daarbij kwamen nog oude fundamenten aan het licht. De gracht was in de loop van de tijd voor een belangrijk deel gedempt. Verteld wordt, dat deze van ouds zeer helder en visrijk was.


Vermeldingen in de literatuur


In zijn uit 1840/1846 stammend “Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden” schrijft A.J.van der Aa (VII, pg.953.): ”......De R.K. van Lage-Mierde vieren den H. Bernardus als Patroon van hunne oude parochiekerk,...... De pastorie zou, naar men wil, vroeger een klooster der Tempelieren geweest zijn.”


W.Moll vermeldt in zijn “Kerkgeschiedenis van Nederland vňňr de Hervorming” (1866, tweede deel, tweede stuk, pg. 133.), dat de Tempelieren zich rond 1171 op meerdere plaatsen in ons land vestigden, waaronder naar gezegd wordt ook Lage-mierde bij Eindhoven.


S.van den Anker somt in zijn in 1868 verschijnende “De opheffing der Tempeliers(pg.9.) een achttal plaatsen in ons land op, waar de Tempelorde huizen zou hebben bezeten. Hij voegt daar aan toe: “....en naar men zegt, ook te Lage-mierde bij Eindhoven. Hij verwijst daarbij naar W.Moll.


M.Schoengen schrijft in “Monasticon Batavum” (1941, Deel II, pg. ) onder Lage Mierde: “Tempeliers. Lit. V.d. Aa. VII. Moll II, 2. 133.”


In “Kerkgeschiedenis van Nederland in de Middeleeuwen” ( 1957, pg.218.) schrijft R.R.Post, dat de Tempeliers zich onder anderen vestigden in Lage-Mierde.


K.Goudriaan plaatst in zijn “Kloosterlijst “ (2012.) het Tempelierenklooster te Lage-Mierde in de ”Eliminatielijst'”. Als bron vermeldt hij :“Monasticon Batavum”.

Plaatsing in de “Eliminatielijsthoudt in, dat het klooster werd aangetroffen in de betrokken literatuur, maar dat voor het bestaan ervan geen bevestiging werd gevonden. Berichten over hun bestaan worden tot de legendes gerekend.


Waren de Tempelieren in Lage-Mierde werkzaam?


Voor hun aanwezigheid pleit:


Conclusie en Samenvatting


Uit de negentiende eeuw stammen enkele vage mededelingen dat in een klooster in”De Veste” bij Lage-Mierde Tempelridders gevestigd zijn geweest.

Voor deze uitspraak werden geen klemmende argumenten gevonden.

Gezegd kan slecht worden, dat aanwezigheid van de Tempelorde in Lage-Mierde niet kan worden uitgesloten.


Literatuur


Aa, A. J. van der, : Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Gorichem, 1840/1846


Anker, S.van den,: De opheffing der Tempeliers. `s Hertogenbosch, 1868.


Goudriaan, K.: Kloosterlijst. Http://www2.let.vu.nl/oz/kloosterlijst 2012


Moll, W. : Kerkgeschiedenis van Nederland vňňr de Hervorming. Arnhem, 1866.


Post, R.R, :Kergeschiedenis van Nederland in de Middeleewen. Utrecht, Antwerpen, 1957.


Schoengen, M.: Monasticon Batavum. Amsterdam, 1941.






Verder Terug Home