. Sporen  van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012 


Middelburg


Vermeldingen in de literatuur


In de Chronijcke van de Graven van Zeelandt van Reygersbergen en Boxhorn (1644, Deel II, pg.32 .) valt het volgende te lezen:

In desen tijden began eerst die Orden van den Templieren/ daer die Kersten Princen ende Heeren seer toe geaffectioneert worden/ sonderlinge in dese Nederlanden/ daer die sommige Borsselsche Heeren mede ingingen/ om die Ridderlijcke oorden aen te nemen/ ende doen begonste Zeelant rijcke ende civijl te worden. Ende dese Tempelier-Herren werden veel schoon Heerlickheden ende erven ghegeven in diversche plaetsen in Zeelanandt/ als /te Middelburgch in Walcheren/ in Sandijck op der Veere/ in Noortbevelant ontrent Geersdijck/ ende in 't Landt van Schouwen/ als Zierinczee/ daermen noch die oude fabrijcken ende mercken af zien mach.”

Op pg.105 wordt verder vermeld: “Te Middelburch hebben sy ( de Tempeliers ) mede een schoon Huys ghehadt/ over die Abdie/ `twelck naemaels die Heeren van Borssele/van Brigdamme coften / ende stichten daer`t Clooster vanden Tertianen/ 't welck voormaels inde duynen te Duynhoeck gestaen hadt/ ..........”.


Mattheus Gargon schrijft in zijn in 1715 verschenen Walcherensche Arkadia (pg.116): “Te Duinhoek was ouds tyds een Klooster van Tertianen, dat tot Middelburg wierd overgebracht, als de Heer van Borsselen en Brigdamme; 't Huis derTempeliers aldaar over d'Abdye gekocht had.


H.F.Heussen schijft in zijn Historia episcopatus Middelburgensis (1733, pg.11) dat hij naar best vermogen op grond van oude documenten en voor zover aan de hand van betrouwbare zegslieden kon worden nagegaan verslag uitbrengt over de kloosters en hun bezittingen in Middelburg. Met betrekking tot de Tempelorde vermeldt hij dan: De Duitse ridders en de Tempelieren bezaten in de stad de oudste gebouwen. …....Ook de Tempelieren, Johannesheren genaamd, hebben in Middelburg van ouds een vestiging gekend, vernoemd naar de Heilige Johannes. Ook het heiligdom en de straat werden naar hem genoemd, in de volkstaal S.Jans-straete. Het schitterende gebouw van de Tempelieren werd volgens Boxhorn (pag.168) door Borsele aangekocht en vervolgens aan de Tertiarissen gegeven, die tevoren in het duingebied bij het dorp Duynenhoeck hadden gewoond.


A.S.`s Gravenzande schrijft in zijn Tweede eeuw-gedachtenis der Middelburgs (1774. pg.38): “De Minrebroeders (Zie Ophelder XII) woonden in het gebouw, `t geen wel eer `t verblijf was geweest der Tempeliers, staande toen op den Korten Burgt, nevens de Abdij, ter plaatse, daar nu is de Koopmansbeurs, de Bogaardstraat, en de huizen, die daar toe en tot een gedeelte der Balans behooren”.

Op pg.463 volgt dan:De kerk en het klooster der Minderbroeders, pleeg wel eer te zijn het klooster der Tempelieren, die den Apostel Johannes voor hunnen Patroon hielden, en welker orde in `t jaar 1312 is vernietigd . (N.Gurtleri: Hist.Templariorum p.402. Hoogstraatens Woordenboek, letter T bl.31.) Dit klooster is door de Heeren van Borsselen gekocht, en gegeeven aan de Broeders van den derden Regel van Franciscus orde; daarom genoemd Tertiaanen; die te vooren op de Duinen, bij `t Dorp Duinenhoek gewoond hadden. (Boxhorn Ie D bl.168 Oudh. en Gest.van Zeel. Ie D. b.107. Tegenw.Staat van Zeel.Ie D bl.203.)”

Vervolgens op pg.464:Het klooster stond niet in den Langendelft, daar de Gouden Leeuw nu is (Zoo wilde Hunnius Z . Buyse bl.321) maar tegenover de Abdij, op den Korten Burgt beslaande den grond der Bogaardstraat en een gedeelte der plaatse, die de Balans heet; waar van de Erven, (volgens besluit van `t jaar 1578) in 1581 tot gebruik der Ingezeetenen zijn verdeeld en verkocht, (Reg,ten Raade, 15 Nov.1578 s 346 v 50 1 April 1581, waarbij daar van, aan Mr.Willem Roels is toegestaan 4 Roeden Erve breette, aan de straat naast zijn Huis en Erve , op den Burgt, daar hij in woonde; strekkende van vooren aan de straat westwaarts, tot aan den Boomgaard, aan het Klooster toe behoord hebbende,) wanneer ook de Boomgaardstraat is gemaakt , ter plaatse, daar de Boomgaard van `t klooster pleeg te zijn.”


In zijn uit 1846 stammendeGeschichte des Tempelherrenordens” schrijft Havemann (pg 163):......im Herzogthum Brabant und zu Wick im Hochstift Utrecht, so wie zu Herzogenbusch, in Zierksee, Mittelburg und bei Veere entstanden Tempelhöfe.”


W.Moll vermeldt in zijn in1866 verschenen “Kerkgeschiedenis van Nederland vòòr de Hervorming” ( Deel II, Stuk II, pg.133.) een aantal plaatsen waar de Tempelieren zich waarschijnlijk rond 1171 vestigden, waaronder Middelburg.


Muller Fz. S. schrijft inDe Johanniters in Nederland”(1918, pg. 32/33):.....een halve eeuw na haar vestiging in Nederland vinden wij danook twee kloosters wier goederen grootendeels aan de Tempeliers behoord schijnen te hebben, in hun bezit: de huizen te Haarlem en te Middelburg, waavan het eerste in 1312, het laatste in 1317 gesticht was;....”


E.A.van Beresteyn merkt in Geschiedenis der Johaniter-Orde in Nederland tot 1795, verschenen in 1934, op (pg24'.): “.........dat de Orde spoedig in rijkdom is toegenomen, vooral na opheffing van de Orde der Tempelieren, wier bezittingen in hoofdzaak aan de Johanniters werden overgedragen. De goederen der Tempelieren trof men vooral in Zeeland aan, zoodat de commanderijen te Middelburg, Kerckwerwe en Wemeldinge, aan dezen overgang hun ontstaan te danken zullen hebben.


M.Schoengen blijkt te twijfelen aan de aanwezigheid van de Tempelieren in Middelburg. Hij vermeldt in Monasticon Batavum, verschenen in1941, het volgende (pg.132.):

Middelburg (Z.) Tempeliers. Niet gesticht vanuit Wijk bij Heusden blijkens De Fremerij, Cartularium Marienweerd, 418; ook niet omgezet in de latere commanderij der Johannieters. Lit. Boxhorn: Chron. van Zeelandt II 32 ; Moll II 2.132.”


John Thoben vermeldt in zijn in 1999 verschenen Het Kerspel Beek in de Liemers, (Deel I, pg.417.) :”De Zeeuwse edelman Wolfert van Borssele is een van de eerste Tempelridders uit ons land. Hij schenkt al zijn goederen op Walcheren aan de Orde, die eerst in Middelburg en later ook in andere plaatsen commanderijen sticht. De commanderij van Middelburg bestaat heden ten dage nog.”


Van Buyten en Vanderzeypen schrijven in hun in 2005 verschenenDe Tempeliers. Huurlingen van de paus” (pg.149.):Het huis van Ten Brake beheerde tempeleigendommen in …...Middelburg...... .”


In zijn in 2006 verschenenDe tempeliers. De tempelorde tijdens de kruistochten en in de Lage Landen” schrijft Hosten:De tempeliers hadden in Zeeland bezittingen te Zaamslag, in Middelburg, Zierikzee en bij Vere.

De minderbroeders pikten na de arrestatie de goederen van de Tempel te Middelburg in , samen met de augustijnen”.


Goudriaan geeft in de “Kloosterlijst” uit 2010 een eventueel tempelierenklooster te Middelburg een plaats in de eliminatielijst. Dit houdt in, dat hij voor het bestaan ervan geen bevestiging heeft gevonden. Berichten er over rekent hij tot de legendes.

De “Kloosterllijstvermeldt onderDuinhoek”:'Reygersbergen brengt de tertianen van Duinhoek zowel met de tempeliers als met de in zijn tijd nog bestaande minderbroeders van Middelburg in verband. Maar in de geschiedenis van het minderbroedersklooster komt geen toestroming van tertianen voor. Hendrikx (1977) passim; Mon.Bat. I 145 -147 en S 114-115. Ook in de geschiedenis van de Middelburgse bogarden past dit verhaal niet. De associatie met de tempelierenlegende maakt de zaak verdacht. Henderikx (1977) 106 n 32.”


Samenvatting


De berichten over de aanwezigheid van deTempelorde in Middelburgg spreken elkaar tegen. De oudste vermeldingen stammen van zeventiende eeuwse kroniekschrijvers. Getuigenissen uit de middeleeuwen ontbreken. Vanaf de eerste berichten schijnen de Tempelridders verward te worden met de Johannieters.



Literatuur


Beresteyn, E.A.van,: Geschiedenis der Johanniter-Orde in Nederland tot 1795. Assen, 1934.


Buyten, Y.van, en W. Vanderzeypen: De Tempeliers. Huurlingen van de paus. Uitgeverij Synthese, (2005).


Gargon, M.: Walcherensche Arkadia. 1715.


Goudriaan, K.: Kloosterlijst. Http://www2.let.vu.nl./oz 2010.


`s Gravenzande, A.S.: Tweede eeuw-gedachtenis der Middelburgs. Middelburg, 1774.


Havemann, W. : Geschichte des Ausgangs des Tempelherrenordens. Stuttgart und Tübingen, 1846.


Heussen, H.F.: Historia episcopatuum Foederati Belgie, II, Historia episcopatus Middelburgensis. Antwerpen, 1733.


Hosten, J.: De tempeliers. De tempelorde tijdens de kruistochten en in de Lage Landen. Pearson Education, (2006).


Moll, W.: Kerkgeschiedenis van Nederland vòòr de Hervorming”. Arnhem, 1866.


Muller.Fz.,S.: De Johanniters in Nederland. In: Onze Eeuw. Jrg.18, 1918. Pg.28-52 en pg. 129-173.


Reygersbergen, J. en Boxhorn: Chronijcke van de Graven van Zeelandt. Middelburg, 1644.


Schoengen, M.: Monasticon Batavum, Amsterdam. 1941.


Thoben, J.: Het Kerspel Beek in de Liemers. 's-Heerenberg, 1999.







Verder Terug Home